Deventer en koek zijn onlos(s)makelijk met elkaar verbonden. De koppeling tussen een lekkernij en een stad is nergens zo prominent als in Deventer. Die nauwe band laat zich verklaren door de lange historie van de Deventer koek. Op deze pagina wordt bij de geschiedenis van dit unieke kruidige product stilgestaan, wat zal aantonen waarom de stad Deventer zich met trots als ‘koekstad’ laat afficheren.
Jb.Bussink traditie sinds 1593
De geschiedenis van de Deventer koek gaat terug tot in de middeleeuwen. Volgens een aantekening van de stadssecretaris Nicolaas Verheyden uit 1534 dateert de eerste ordonnantie op het bakken van Deventer koek uit 1417. Die ordonnantie bepaalt in detail het uiterlijk en het gewicht van de grote en de kleine koeken: ze moeten lang en smal zijn en respectievelijk drie en twee pond wegen. De ordonnantie had een beschermend karakter, want niemand mocht koek in een andere stad produceren of buiten Deventer koek laten bakken. De koek was een Deventer product en moest dat blijven. De koekbakkers moesten een eed op de ordonnantie zweren, en de polderlieden hielden namens het gilde toezicht op de naleving...
...De samenstelling van de receptuur en het gebruikte kruidenmengsel is geheim, evenals de melange van de honing. Het is niet bekend sinds wanneer in Deventer de koek wordt gebakken die nog altijd is voorzien van het voorvoegsel Deventer. Hoewel het recept nog altijd geheim is, zijn de ingrediënten wel bekend: roggemeel, honing, (schoon) water en specerijen. Het mengsel van die specerijen was het geheim van het gilde en zelfs niet bij de bakkers bekend. De honing werkte conserverend en het ontbreken van vet en eieren maakte het baksel goed houdbaar, als het maar droog werd bewaard. In 1593, als de stad, zoals gezegd dertien koekbakkers telt, wordt de koekbakker Schutte ingeschreven als meesterskoekbakker in het koekbakkersgilde. Hij voert de titel ‘de van Oudsher Gekroonde Allemansgading’. De firma Schutte wordt in de negentiende eeuw overgenomen door Jacob Bussink. De Bussink koek is hiermee officieel een feit en door onze geheime kruidenmix en het ambachtelijke bakproces maken wij tot op heden de allerlekkerste Deventer Koek.
Lodewijk Napoleon bij Bussink op bezoek
In de koekwinkel is een afbeelding uit 1809 te zien, toen koning Lodewijk Napoleon de bakkerij bezocht om met eigen ogen te zien hoe die beroemde Deventer koek werd gebakken. Het verhaal gaat als volgt: Hij zette zich daartoe op zijn gemak neer op een omgekeerde baktrog, liet zich alles haarfijn uitleggen en proefde met zeer veel smaak de hem aangeboden lekkernij. Na een bestelling te hebben gedaan, wilde hij zijn voor de deur wachtende karos weer bestijgen, maar juffrouw Van der Toorn, de echtgenote van de toenmalige eigenaar bakker Gerrit van de Toorn, trok de koning eerbiedig aan zijn arm en stamelde: ‘M’neer èf vergèten um te betalen’. Koning Lodewijk, die zijn Hollands niet al te goed verstond en het zeer slecht sprak, begreep wel dat het hier een geldkwestie betrof en gaf zijn kamerheer een wenk om het verzuim te herstellen. Een handdruk, zwaar van goud, verdreef de zorg van de bedremmelde koekbakkersvrouw, waarop de koning lachend doorreed.